Ontwerpbesluiten

Programma Stroomlijn

Bron: Rijkscoördinatie Programma Stroomlijn

Uiterwaarden langs Nederrijn en Lek

Ontwerpbesluiten inzake Programma Stroomlijn deelgebied 4 (uiterwaarden langs de Nederrijn en Lek), cluster 3

Overzichtskaarten

Overzichtskaart DO 1b
Overzichtskaart DO 1b
Overzichtskaart DO 8
Overzichtskaart DO 8

Detailkaarten

Bomen of houtopstanden die verwijderd worden

DO-kaart

Object

Perceel

Boom

Diameter

Vergunning

1b.2

65

THV A 564

Populier (3 st)

30-40

Ja

1b.3

286

THV A 564

Populier

15-20

Nee

1b.4

2012, 2011

THV A 651

Salix alba

25-30

Ja

8.1

81

AMD B 03217

Salix alba + Fraxinus

10-25

Ja

8.1

82

AMD B 03219

Salix alba

10

Nee

8.1

97

AMD B 03224

Salix alba

20-30

Ja

8.2

144

LMD 1A 1827

Populier

20-30

Ja

8.2 en 8.3

404, 149, 408, 406, 2022, 395, 138, 384, 133, 137

LMD 1A 1866

Salix alba, Populier

5-15

Nee

8.3

2019, 2018

LMD 1A 1711, LMD 1A 1851

Meidoorn, populier?

divers

Ja

8.4

423

LMD 1A 1866

Populier, Salix alba

5-15

Nee

8.4

1475

LMD 1A 1836, LMD 1A 1834

Meidoorn

divers

Nee

8.4

1476, 191, 1477

LMD 1A 01214, LMD 1A 1265, LMD 1A 1836, LMD 1A 1834

Salix alba, Meidoorn, Populier

divers

Ja, voor populieren en wilgen

8.5

197

LMD 1A 01837

Populier

Onbekend

Ja

8.6

2026

LMD A 1873

Salix alba (knot)

15-20

Ja

Dynamiek van Grondwater-Oppervlaktewater in Nederland

Bron: DINOLoket
GWOW2003_animatie-f6
Maand tot maand weergaven van het droge jaar 2003
Samenvatting

De uitwisseling van grond- en oppervlaktewater is cruciaal in het Nederlandse waterbeheer. In dit artikel wordt de seizoensafhankelijke grondwater-oppervlaktewater interactie voor heel Nederland in beeld gebracht voor een nat, een gemiddeld en een droog jaar. Uit deze studie met NHI 2.1 blijkt de interactie tussen grondwater en oppervlaktewater overal in Nederland een rol te spelen. Wel zijn er sterke ruimtelijke verschillen in de hoeveelheid en de aard van de interactie. Ook in de tijd bestaat er sterke variatie in de grondwater-oppervlaktewater interactie: zowel de verschillen tussen de jaren als de maand-tot-maand variaties zijn in veel gebieden groot. De uitgevoerde studie biedt goede perspectieven voor toepassing. Zo kunnen de kaarten en de methodiek door waterbeheerders ingezet worden bij het KRW proces.

Rapport

[pdf title=”Dynamiek GW-OW Interactie Nederland” height=”970px”]http://buurtvereniging-zouweboezem.nl/dynamiek-van-grondwater-oppervlaktewater-in-nederland/Dynamiek-GW-OW-Interactie-Nederland/[/pdf]

Conclusies en discussie

De belangrijkste conclusie van onze studie, is dat in alle gebieden in Nederland sprake is van grondwater-oppervlaktewater interactie, en dat deze interactie sterk dynamisch is. Er zijn grote verschillen waarneembaar tussen een nat, droog en een gemiddeld jaar, maar de maand-totmaand variaties zijn in veel gebieden minstens zo groot. In een nat jaar (1998) is er in de meeste gebieden 8 tot 10 maanden per jaar sprake van een kwelsituatie (geen infiltratie van oppervlaktewater naar grondwater), terwijl dit in een droog jaar (2003) slechts voor 2 tot 7 maanden per jaar geldt en er in veel gebieden een groot deel van het jaar infiltratie optreedt. De ruimtelijke patronen van die dynamiek zijn voor het eerst op landelijke schaal in beeld gebracht. Snel reagerende gebieden (dun watervoerend pakket, sterk ontwaterd) laten een sterke variatie in de grondwater-oppervlaktewater interactie over de tijd zien, in tegenstelling tot langzamer reagerende gebieden (dik watervoerend pakket, beperkt ontwaterd). Erg belangrijk is ook het verschil tussen wel- en niet peilgestuurde gebieden: door waterinlaat geduende droge maanden treedt in de peilgestuurde gebieden infiltratie van oppervlaktewater naar het grondwater op. Een onderscheid kan worden gemaakt tussen grofweg vijf grondwateroppervlaktewater hydrotypen: diepe polders, veenweidegebied, rivierengebied, sterk ontwaterd vrij afwaterend gebied met dun watervoerend pakket en relatief natuurlijk vrij afwaterend gebied met dik watervoerend gebied.

De verschillen tussen de gebieden hebben niet alleen betrekking op de totale grondwateroppervlaktewaterinteractie maar ook op de verdeling van over de afvoercomponenten: in sterk
ontwaterde, gecultiveerde gebieden zonder waterinlaat is de invloed van buisdrainage sterk, terwijl in gebieden met waterinlaat interactie via de waterlopen belangrijk is. In vrij afwaterende gebieden met een dik watervoerend pakket spelen alle grondwater-oppervlaktewaterfluxen een rol. Onderzoek van Rozemeijer en Broers (2007) wijst uit dat de verdeling van interactie over deze fluxen sterk varieert in de tijd. Dat dit niet zichtbaar is in onze studie, is waarschijnlijk het gevolg van de 250m schaal van de NHI-schematisatie.

Bij het interpreteren van de resultaten van onze studie moet rekening gehouden worden met het feit dat het een modelstudie betreft. De resultaten zijn dus handvatten om de grondwateroppervlaktewater interactie op landelijke schaal inzichtelijk te maken, maar kunnen lokaal afwijken van de werkelijke situatie. De waterbalansen per afwateringseenheid zijn tijdens onze studie niet gevalideerd. Het NHI 2.1 is wel gevalideerd, maar op landelijke schaal en voor grote stroomgebieden. De informatie die nodig is voor validatie van de waterbalansen op het niveau van afwateringseenheden ligt erg verspreid en is moeilijk te achterhalen, waardoor het uitvoeren van een complete validatie zeer tijdrovend is.

HEEL HOLLAND ZAKT

Behalve de Zouweboezem

[pdf title=”Heel Holland Zakt” height=”1024px”]http://buurtvereniging-zouweboezem.nl/heel-holland-zakt/HHZ_advertentie/[/pdf]

Bron: Deltaris

Deltares_VerwachteBodemdalingNL2002-2050
Bodemdalingskaarten

[pdf title=”Bodemdalingskaarten” height=”1024px”]http://buurtvereniging-zouweboezem.nl/heel-holland-zakt/Rapport_bodemdalingskaarten_20110527/[/pdf]

Correctie van de Provincie

Geachte leden van de adviesgroep,

In reactie op bijgaande mail van de buurtvereniging Zouweboezem:

a) in de meegestuurde planning is abusievelijk blijven staan dat overheden onderling iets zouden besluiten. Zoals reeds eerder gemeld wordt de gehele adviesgroep betrokken en vindt besluitvorming niet plaats in besloten club. Het is uiteindelijk de provincie die – alle partijen gehoord hebbende – besluit. Daarbij uiteraard strevend naar zoveel mogelijk overeenstemming met/draagvlak bij alle partijen vertegenwoordigd in de adviesgroep.

b) er is nog geen enkele keuze gemaakt in varianten dus is het helemaal niet gezegd dat de uiteindelijke voorkeursvariant een negatief effect heeft voor omwonenden.

Ik snap dat de meegestuurde planning deze suggesties wekt, waarvoor mijn excuses. Een op deze punten gecorrigeerde planning wordt zo spoedig mogelijk nagestuurd.

Met vriendelijke groet,

Michaël Vossen

Projectleider Zouweboezem
Afdeling Water & Groen
Provincie Zuid-Holland

Mobiel: 06-11907593
Email: mtm.vossen@pzh.nl

Afwegingskader Zouweboezem versie 2

Zie voor Afwegingskader: Hoofdstuk 4 op bladzijde 30.

Zie ook de reactie “Een gedachte over Afwegingskader Zouweboezem versie 2” van de vereniging over dit bericht van de Provincie onderaan deze post.

Geachte leden van de adviesgroep Zouweboezem,

Hierbij doe ik u toekomen het “Afwegingskader Natura 2000 gebied Zouweboezem versie 2” en de aangepaste planning. In deze versie zijn de uit te werken maatregel-varianten geïnventariseerd op basis van de input van alle leden van de adviesgroep. Dit heeft er toe geleid dat een aantal varianten zijn toegevoegd en/of zijn aangepast. Jasper Ohm van Arcadis gaat de komende weken aan de slag met het uitwerken van het afwegingskader voor al deze varianten. Dit resulteert in de derde versie van het afwegingskader waarin de varianten worden beoordeeld op basis van hun effect op de functies in het gebied. Deze derde versie wordt u toegezonden en zal in maart in de adviesgroep worden besproken. Wij benaderen u nog voor een datum.

Veel commentaar op de eerste versie van het afwegingskader liep al vooruit op de uitwerking van varianten en/of betrof oordelen over de effecten en/of accepteerbaarheid van varianten. Dit commentaar is nog niet meegenomen in deze tweede versie maar zal in de volgende fase van uitwerking en beoordeling van de varianten wel worden meegenomen. In die zin is het afwegingskader een groeidokument.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

Met vriendelijke groet,

Michaël Vossen

Projectleider Zouweboezem
Afdeling Water & Groen
Provincie Zuid-Holland

Bijlagen
Afwegingskader

[pdf title=”Op en aanmerkingen fase 2 afwegingskader buurtvereniging” height=”1024px”]http://buurtvereniging-zouweboezem.nl/afwegingskader-zouweboezem-versie-2/Afwegingskader-Zouweboezem-versie-2-2/[/pdf]

Planning

[pdf title=”Op en aanmerkingen fase 2 afwegingskader buurtvereniging” height=”512px”]http://buurtvereniging-zouweboezem.nl/afwegingskader-zouweboezem-versie-2/Planning-Zouweboezem-versie-2/[/pdf]