Uittreksel voor de Zouweboezem
Gegevens voor de Zouweboezem uit het verslag van een 6-maands afstudeer-onderzoek voor het vak Natuurbeheer van de studierichting Bosbouw aan de Landbouw Hogeschool Wageningen, van T. de Gelder, december 1978. Wordt vervolgd...
1.2 Inleiding
In het kader van de nieuwe bos- en natuurbijdrageregelingen en subsidies voor (het beheer van) natuurreservaten, dient de Stichting “Het Zuidhollands Landschap” binnen afzienbare tijd te beschikken over beheersplannen voor haar eigendommen. Daarnaast is gezien vanuit het praktische beheer zeer gewenst over dergelijke plannen te beschikken omdat er vele veranderingen in beheer en eigendommen zelf plaatsvinden o.a. door beïnvloeding vanuit de omgeving. Ook de steeds groeiende inzichten in het optimale beheer maken het gewenst beheersplannen op schrift te hebben. Doel van het onderzoek is de basisgegevens van de 4 genoemde terreinen bijeen te brengen en op grond daarvan richtlijnen voor het beheer op te stellen. Het rapport bestaat uit 2 delen:
Deel I is een beschrijving van de terreinen, met name de cultuurhistorie, het abiotische milieu: geologie, bodem en waterhuishouding en het biotisch milieu: flora en vegetatie en fauna. Verbanden werden gelegd tussen abiotisch en biotisch milieu en de diverse aspekten van het biotisch milieu onderling. Voorzover mogelijk worden de aanwezige biologische waarden vergeleken met de vroegere aan de hand van archief- en literatuuronderzoek.
Deel II behandelt de voorgestelde beheersrichtlijnen. Na de problemen beschreven te hebben, worden een aantal doelstellingen geformuleerd voor de reservaten afzonderlijk; hierbij krijgt behoud van de aanwezige natuurwaarden de hoogste prioriteit. Verder komen aan de orde: mogelijkheden voor recreatie, financiële aspekten van het beheer en de voorschriften op het gebied van de planologie. Om de praktische bruikbaarheid zo groot mogelijk te doen zijn, worden de vier terreinen afzonderlijk in al hun facetten beschreven.
2.1 Zouweboezem
De Zouweboezem bestaat uit 2 boezemvaarten (Oude en Nieuwe Zederik) met brede oeverlanden en behoort tot de gemeenten Ameide en Meerkerk (Alblasserwaard) en Lexmond (Vijfheerenlanden) en vormt de grens tussen de Ablasserwaard en de Vijfheerenlanden, voorzover gelegen tussen de kernen van Ameide en Meerkerk, Provincie Zuid-Holland, topografische kaarten 38E en 38F. De grootte van het komplex Zouweboezem bedraagt ongeveer 100 ha.; 80% is eigendom van de Stichting “Het Zuidhollands Landschap”.
De gemeentelijke band met de Alblasserwaard is de enige band die de Zouweboezem kent met deze waard; waterstaatkundig behoort het terrein geheel tot de Vijfheerenlanden. Westelijk van de Zouweboezem liggen de open, diepe polders van de Alblasserwaard; oostelijk van het terrein liggen de besloten, klein schalige polders van de Vijfheerenlanden. Hiertussen ligt de Zouweboezem als een lang, smal lint; ze springt direkt in het oog door de afwijkende waterhuishouding en het afwijkende landschapsbeeld.
Een boezem wordt gebruikt als waterreservoir: overtollig water uit de polders wordt hier tijdelijk opgeslagen alvorens op de rivieren geloosd te worden, water wordt echter ook weer ingelaten in de polders bij droge perioden. Zeshonderd jaar klink heeft ertoe geleid dat het maaiveld in de omringende polders anderhalve meter lager ligt dan in de Zouweboezem. Uitgestrekte rietvelden en tientallen percelen griend verlenen de Zouweboezem haar eigen gezicht.
De boezem is nog steeds van belang in waterstaatkundig opzicht: de polders Achthoven en Lakerveld malen af op de Zouweboezem of ontvangen van hieruit hun inlaatwater. Bij afmalen vloeit het water zuidwaarts af naar het Merwedekanaal en via het Kanaal van Steenenhoek wordt het water uiteindelijk op de Merwede geloosd (zie kaart I).
De westelijke grens, de slaperdijk Zouwendijk, is verrijkt met 3 wielen: van noord naar zuid gaand zijn dat De Zouwe (met eendenkooi), het Nieuwe wiel en het Hoenderwiel; alle 3 wielen vallen buiten het reservaat Zouweboezem.
Op de Achthovense Zederikkade, de oostgrens van de Zouweboezem, staat één funktionerende watermolen “De Hoop” en 2 restanten van watermolen’s “De Plukkop” en de “Nieuwe Achthovense Watermolen”.
Eveneens langs de Achthovense Zederikkade liggen diverse vochtige kade landjes, een paar percelen schraalland in polder Achthoven, een populierenbos en een opgespoten griend. Ze behoren niet direkt tot de Zouweboezem; wel eigendom van de Stichting “Het Zuidhollands Landschap”. Ze staan beschreven in dit rapport omdat ze onlosmakelijk verbonden zijn aan de Zouweboezem.
Een storend artefakt vormt de in 1960 aangelegde Rijksweg 27. Geluidshinder, het splitsen van het terrein in 2 delen en diverse met veen ondergespoten terreindelen zijn enige negatieve gevolgen van deze weg.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.