Beheerplan Zouweboezem ter inzage van 3 juli t/m 14 augustus


Bron: Provincie Zuid-Holland

U kunt het Ontwerpbeheerplan met bijlagen digitaal inzien op deze pagina.

Ook liggen deze documenten tijdens kantooruren ter inzage op de volgende locaties:

  • ‘het loket’ van de provincie Zuid-Holland, Zuid-Hollandplein 1 te Den Haag;
  • het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Bezuidenhoutseweg 73 te Den Haag;
  • het gemeentehuis van Zederik, Prinses Marijkeweg 1 te Meerkerk.
Ontwerpbeheerplan vastgesteld

De provincie Zuid-Holland heeft het Ontwerpbeheerplan opgesteld in samenwerking met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W), het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), de gemeente Zederik, het betrokken hoogheemraad­schap en met diverse maatschappelijke partijen.

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland en de minister van LNV hebben het Ontwerpbeheerplan Zouweboezem vastgesteld.

Reageren op het Ontwerpbeheerplan

U kunt een schriftelijke inspraakreactie (‘zienswijze’) geven op het Otwerpbeheerplan Bijzondere natuurwaarden Zouweboezem. Dat kan van 3 juli tot en met 14 augustus 2018. Uw zienswijze stuurt u aan:

Provincie Zuid-Holland
T.a.v. Afdeling Water en Groen / dhr. L.F.M. van Ruijven
Postbus 90602
2509 LP Den Haag

De zienswijze dient ten minste te bevatten:

  • uw naam en adres
  • de naam van het Ontwerpbeheerplan
  • bij voorkeur ook uw telefoonnummer en/of e-mailadres
Wat gebeurt er met de zienswijzen?

De zienswijzen worden gebruikt als input bij het opstellen van het definitieve Beheerplan. In een aparte Nota van Beantwoording wordt aangegeven of en hoe het Ontwerpbeheerplan is aangepast naar aanleiding van elke zienswijze.

Wie een zienswijze heeft ingediend, krijgt bericht over de definitieve vaststelling van het Beheerplan en van de Nota van Beantwoording.

Concept beheerplan Zouweboezem

Bron: Mail van Provincie Zuid-Holland met bijlage
Concept-Ontwerp Natura 2000 beheerplan Zouweboezem

Een kopie van dit concept met opmerkingen van de
Buurtvereniging staat onderaan

Beste leden Adviesgroep Zouweboezem,

Bijgaand zend ik u het concept Ontwerp beheerplan Bijzondere Natuurwaarden Zouweboezem. Dit conform onze eerdere afspraak, dit concept Natura 2000 beheerplan met u te delen, voordat het ter besluitvorming gaat. Het plan is op de volgende onderdelen bijgesteld tov de versie die we in de laatste Adviesgroep bespraken:

— In het concept-ontwerp beheerplan zijn de afspraken uit de laatste Adviesgroepvergadering verwerkt.
— De Wet Natuurbescherming is per 1 januari 2017 de juridische basis voor het ontwerp-beheerplan. De Wet natuurbescherming is de opvolger van de Natuurbeschermingswet 1998. Het concept-ontwerp plan is bijgesteld op de nieuwe juridische basis.
— Het tweede deel van de Samenvatting is iets gewijzigd, de Leeswijzer (paragraaf 1.5) is op de samenvatting aangepast.
— Paragraaf 5.2.1. is aangevuld. Aan de zeven potentiële locaties die waren aangegeven voor ontwikkeling van leefgebied voor Purperreiger en Perseleinhoen, zijn vier locaties toegevoegd. Uit het gesprek met ZHL na de zomervakantie bleek dat er nog enkele locaties in het N2000 gebied in potentie geschikt zijn. Deze locaties zijn toegevoegd aan het zoekgebied voor geschikt leefgebied.
— Het gebruik van drones is volop in ontwikkeling. De tekst van paragraaf 7.3.4 en de toetsing is daarop aangepast.

Verdere procedure:

— Ik wil u natuurlijk gelegenheid geven op de bijgestelde tekst van het concept plan te reageren. Ik heb zelf de indruk dat de wijzigingen niet substantieel zijn, dwz geen aanleiding zijn voor een aparte Adviesgroepvergadering. Ik hoor graag van u of u mijn mening deelt. Mag ik uw reactie voor 21 november ontvangen?
— Na 21 november gaat het plan als Ontwerp ter besluitvorming naar Gedeputeerde Staten. De vaststelling als Ontwerp is de voorbereidende stap om het Ontwerp-plan officieel ter visie te kunnen leggen. Belanghebbenden kunnen vanaf datum ter visie legging hun eventuele zienswijzen indienen.
— Voor de besluitvorming wordt de laatste PAS analyse aan het plan toegevoegd. De wet schrijft voor dat het Programma Aanpak Stikstof leidend is voor stikstofeffecten, overheden zijn gehouden deze te volgen bij de vaststelling van Natura 2000 beheerplannen.
— Nadat de Minister van Infrastructuur en Waterstaat het ontwerp mede heeft vastgesteld, volgt de feitelijke ter visie legging. Ik ga er nu van uit dat de ter visie legging in de loop van het eerste kwartaal van 2018 feitelijk zijn beslag kan hebben.
— Op de achtergrond speelt de mogelijke gemeentelijke herindeling van Leerdam, Zederik en Vianen. Het beheerplanproces loopt vooralsnog gewoon door, inclusief de voorbereiding van een project Natuurherstel van geschikt leefgebied voor Purperreiger en Porseleinhoen. De Adviesgroep wordt dus gewoon betrokken bij die voorbereiding, zoals verwoord in het beheerplan (ergo, zoals we in de Adviesgroepvergadering hebben afgesproken).

Mocht u vragen hebben over het voorgaande, dan hoor ik het graag van u.

Vr groet drs LFM van Ruijven, Laurens
Beleidsmedewerker Biodiversiteit en beheer,
Projectleider Natura 2000 M&B en ZB.

Concept met opmerkingen van de Buurtvereniging

Leesbaar-Concept-Ontwerp-beheerplan-Zouweboezem-met-opmerkingen

Beheerplan bijzondere natuurwaarden Zouweboezem

Bron: Mail van Provincie Zuid-Holland aan leden van de adviesgroep voor het beheerplan van Natura 2000 gebied Zouweboezem.
Dames en heren,

Zoals aangekondigd zal de Adviesgroepvergadering Zouweboezem plaats vinden op maandag 14 november van 14 – 18 u.
De locatie is Huis het Bosch, Nieuwe Rijksweg 6 in Lexmond.
U bent van harte uitgenodigd.

De agenda van het overleg zal zijn:
- Opening / mededelingen / vaststellen agenda
- Verslag vorige vergadering / actiepunten
  (bijlage, u ook toegezonden op 8-9-2016)
- Afwegingskader: Bevindingen vooronderzoek omkadering rietlanden
- Toelichting concept ontwerpbeheerplan Natura 2000
- Bespreking concept ontwerpbeheerplan Natura 2000
- Conclusies / afspraken (incl datum vaarexcursie)

Het Concept ontwerpbeheerplan wordt u hedenavond toegezonden.
Het Afwegingskader volgt morgen einde van de dag.
Voor de volledigheid ontvangt u morgen ook de Bijlagenbundel van het Concept ontwerpbeheerplan ter kennisname.

Mocht u vragen hebben nav dit bericht, dan hoor ik dat graag van u.

Met vriendelijke groet,

provincie zuid hollanddrs LFM van Ruijven, Laurens
Beleidsmedewerker Natura 2000,
Projectleider M&B en ZB.

Afdeling Water en Groen | bureau Landelijk gebied
T 070 441 6298 M 06 5040 9881
lfm.van.ruijven@pzh.nl
Concept ontwerpbeheerplan

[pdf title=”Concept ontwerpbeheerplan N2000 Zouweboezem” height=”960px”]http://buurtvereniging-zouweboezem.nl/beheerplan-bijzondere-natuurwaarden-zouweboezem/Concept-Ontwerp-beheerplan-N2000-Zouweboezem-20161101-final[/pdf]

Afwegingskader

[pdf title=”Afwegingskader” height=”960px”]http://buurtvereniging-zouweboezem.nl/beheerplan-bijzondere-natuurwaarden-zouweboezem/afwegingskader[/pdf]

Bijlagenbundel

[pdf title=”Bijlagenbundel” height=”960px”]http://buurtvereniging-zouweboezem.nl/beheerplan-bijzondere-natuurwaarden-zouweboezem/Bijlagenbundel[/pdf]

Aanvulling en erratum

[pdf title=”Aanvulling en erratum” height=”960px”]http://buurtvereniging-zouweboezem.nl/beheerplan-bijzondere-natuurwaarden-zouweboezem/Aanvulling-en-erratum-N2000-beheerplan-Zouweboezem[/pdf]

Kwelinfiltratrie Zouwendijk

Bron: Bodematlas van provincie Zuid-Holland

kwelinfiltratiezouwendijk

De provincie Zuid-Holland werkt aan een duurzaam, veilig en efficiënt gebruik van bodem en ondergrond. De bodematlas is een digitale omgeving met kaartmateriaal met (regionale) informatie over bodem, ondergrondkwaliteiten en ondergronds gebruik.

Bodematlas Zuid-Holland in ontwikkeling

De bodematlas is nooit af. De bodematlas groeit aan waarde wanneer deze steeds meer kan voldoen aan de wensen van de eindgebruiker in de dagelijkse praktijk. U kunt ons daarbij helpen door suggesties en voorstellen tot verbetering te doen. Deze kunt u richten aan Clemens Kester, cgm.kester@pzh.nl van de afdeling Ruimte, Wonen en Bodem van de Provincie Zuid-Holland.

De provincie houdt zich het recht voor om wijzigingen in de Bodematlas door te voeren.

Achtergrondinformatie Bodematlas Zuid-Holland

Indeling bodematlas

De bodematlas in opgezet naar de ondergrondkwaliteiten die zich richten op de ontwikkeling en het behoud van kwaliteiten, die de ondergrond voor benutting en  ruimtelijke ontwikkeling biedt.  De betekenis van de ondergrond voor mens en samenleving kan worden onderverdeeld in vier soorten kwaliteit:

  • Productiekwaliteiten: levering van materie en energie door de ondergrond aan de samenleving;
  • Draagkwaliteiten: opvangen en ondersteunen van materie en energie die de samenleving produceert in en op de ondergrond;
  • Informatiekwaliteiten: vasthouden en leveren van informatie ;
  • Regulatiekwaliteiten: reguleren van materie-, energie- en informatiestromen in onze leefomgeving door de ondergrond.

Met deze indeling wordt aangesloten bij de indeling naar ecosysteemdiensten en voorraden in de Atlas natuurlijk kapitaal.

Tijd- en ruimteschaal

De informatie bestaat uit beleidskaarten (Visie Ruimte en Mobiliteit van de provincie Zuid-Holland), gegevens over het gebruik van de ondergrond en informatie over de ondergrond(kwaliteiten).

Ten aanzien van het (rechtmatig) gebruik van de ondergrond (zoals vergunningen) zal altijd de bronhouder van de informatie geraadpleegd moeten worden voor de actuele stand van de weergegeven informatie.

De informatie op kaartlagen over de ondergrond(kwaliteit) is bruikbaar als indicatiewaarde voor de schaal van de provincie. Op het moment dat op een specifiek gebied of vraag wordt ingezoomd moet altijd bekeken of nadere informatie beschikbaar is of nader onderzoek moet worden verricht.

Verslag Adviesgroepvergadering Zouweboezem

Bron: Mail van Provincie Zuid-Holland aan leden van de adviesgroep voor het beheerplan van Natura 2000 gebied Zouweboezem.
Dames en heren,

Bijgaand zend ik u het concept-verslag van de Adviesgroep-vergadering Zouweboezem van 22 augustus 2016. In het concept-verslag staan alle acties benoemd die we ter vergadering hebben afgesproken. Mocht er naar uw inzicht een actie ontbreken, wilt u die dan aan mij mailen?

De andere bijlage is de uitvraag huidig gebruik. Wilt u uw aanvullingen met 14 dagen sturen aan Jasper Ohm:
 Zoals aangegeven in het adviesgroep overleg van 22/8, zullen wij bij de actualisatie van het beheerplan ook de toetsing van het huidig gebruik actualiseren. Hierbij toetsen wij of het huidig gebruik mogelijk strijdig kan zijn met de Natura 2000 instandhoudingsdoelen van de Zouweboezem. Activiteiten die niet strijdig zijn kunnen vergunning vrij worden uitgevoerd. Daarom is het van belang om het overzicht huidig gebruik zo compleet mogelijk te hebben. In de versie van het beheerplan van 2014 is al een toetsing huidig gebruik uitgevoerd. In de bijlage vindt u een overzicht van het huidig gebruik dat is meegenomen in die toetsing. Bij de actualisatie van de toetsing huidig gebruik houden we nu een peildatum van 1 juli 2016 aan.Wij willen u vragen om vanuit uw gebiedskennis aan te geven of er sprake is van toe- of afname van gebruik (sinds 2014), in z’n aard gewijzigd (een activiteit vindt in een andere vorm plaats) of nieuw gebruik (wat in 2014 nog niet plaatsvond). Als u hier vragen over heeft of als u twijfelt of iets als huidig gebruik aangemerkt kan worden, dan kunt u contact opnemen met Jasper Ohm (06-50736434; jasper.ohm@arcadis.com).

In de vergadering van 22 augustus hebben we als richttijd voor een bespreking over het geactualiseerd concept-beheerplan half november 2016 genoemd. Daarbij is uitgangspunt dat het plan 14 dagen tevoren aan u wordt gezonden. Ik verwacht medio oktober aan te kunnen geven of we die termijn ook inderdaad gaan halen, zodat we in dan ook een afspraak voor de Adviesgroep in kunnen plannen.

En mocht u vragen hebben ivm deze mail, dan hoor ik die graag van u.

Met vriendelijke groet,

provincie zuid hollanddrs LFM van Ruijven, Laurens
Beleidsmedewerker Natura 2000,
Projectleider M&B en ZB.

Afdeling Water en Groen | bureau Landelijk gebied
T 070 441 6298 M 06 5040 9881
lfm.van.ruijven@pzh.nl
Bijlagen

[pdf title=”Onze reactie” height=”960px”]http://buurtvereniging-zouweboezem.nl/verslag-adviesgroepvergadering-zouweboezem/Verslag-adviesgroep-Zouweboezem-22082016[/pdf]

[pdf title=”Onze reactie” height=”540px”]http://buurtvereniging-zouweboezem.nl/verslag-adviesgroepvergadering-zouweboezem/Huidig-gebruik-uitvraag.pptx[/pdf]

Vervolg beheerplanproces

Presentatie_gemeenteraad_2_september_2014 def_Page_01
Presentatie van de voorlaatste projectleider: mevrouw M. de Boer

Dames en Heren,

Mijn naam is Laurens van Ruijven. Ik ben vanuit de provincie Zuid Holland de nieuwe projectleider voor het Natura 2000 beheerplan Zouweboezem. Tijdens de eerstkomende Adviesgroepvergadering zal ik mij aan u voorstellen. Mocht u mij voor die tijd willen spreken, dan kunt u mij mailen of bellen, mijn contactgegevens staan onderaan deze mail. En wanneer ik in deze fase al vragen aan u heb, zal ik natuurlijk contact met u zoeken.

De stappen die we te gaan hebben voor het beheerplanproces zijn de vaststelling van een ingevuld afwegingskader, de conclusies en besluitvorming, de verwerking daarvan in het concept beheerplan en tenslotte de vaststelling van het formele ontwerp-beheerplan. Het ontwerp-beheerplan is het plan dat ter visie zal worden gelegd. De planning is dat Gedeputeerde Staten het ontwerp-beheerplan eind dit jaar vast kunnen stellen. Dat is voor zover dat past bij een zorgvuldig beheerplanproces.

Vandaag wordt u ook benaderd om een datum te prikken voor de Adviesgroepvergadering. Afhankelijk van de beschikbaarheid van de leden zal die vergadering net voor of direct na de vakantieperiode plaats vinden. Locatie zal in of nabij Meerkerk zijn. De agenda van die vergadering zal vooral het ingevulde afwegingskader bevatten, dat u op 13 mei per mail van mijn collega Michaël Vossen heeft ontvangen. Daarnaast wellicht een of enkele punten die in de tussenliggende periode naar voren komen.

Ik hoop u voor dit moment voldoende geïnformeerd te hebben over het vervolg van dit beheerplanproces.

Met vriendelijke groet

Laurens van Ruijven

Beleidsmedewerker Natura 2000,
Projectleider M&B en ZB.
Afdeling Water en Groen | bureau Landelijk gebied

T 070 441 6298
M 06 5040 9881
lfm.van.ruijven@pzh.nl

Presentatie van PZH bij de gemeente Zederik

[pdf title=”Presentatie van PZH bij de gemeente Zederik” height=”560px”]http://buurtvereniging-zouweboezem.nl/vervolg-beheerplanproces/Presentatie_gemeenteraad_2_september_2014-def[/pdf]

Het verhaal van de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden

Bron: Gebiedsprofiel Alblasserwaard-Vijfheerenlanden,vastgesteld door GS 19 december 2012

Water als structuurdrager

Zie ook: Gebiedsprofiel Alblasserwaard-Vijfheerenlanden

In ‘het verhaal’ krijgt u inzicht in de essenties van de ruimtelijke opbouw en de ruimtelijke kwaliteiten van de regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden. Dit zowel voor de huidige karakteristiek, voor de (te verwachten) ontwikkelingen als voor de opgave en de ambities voor de toekomst. Dit verhaal kunt u zien als een koepel die richtinggevend is voor de uitwerking van de legendaeenheden en de cases.

Vijf sturende tijdlagen

Uitgaande van de huidige ruimtelijke kenmerken zijn er vijf periodes die bepalend zijn geweest voor de huidige verschijningsvorm van het gebied:

  1. De ondergrond;
  2. De kamer;
  3. Het ingenieuze watersysteem;
  4. De linten;
  5. De stedenband tussen water, weg en spoor.

AV_Verhaal_veenweide

Hierna volgt een korte toelichting op de verschillende tijdlagen inclusief een koppeling met de legenda-eenheden van de provinciale kwaliteitskaart.

De ondergrond

De rivieren hebben duidelijk hun sporen achtergelaten in de regio. Met name in de Vijfheerenlanden is de oorspronkelijke invloed van de rivieren herkenbaar. Langs de rivierlopen liggen stroken land, oeverwallen, die in de loop van de eeuwen hoger zijn komen te liggen doordat ze bestonden uit zandig materiaal dat bij de ontwatering minder inklonk. De Merwede, de Lek en de Linge zijn de nu aanwezige rivieren. Daarnaast zijn er in het oosten oeverwallen te vinden op de plek van voormalige rivierlopen. De oeverwallen zijn te herkennen door het reliëf, de fruitboomgaarden en de bewoning waarvoor de hoge en droge stukken werden opgezocht. Het gebied loopt van oost naar west af. Dit gegeven verklaart de opeenvolging van oost naar west in de ondergrond van rivierklei naar veen en uiteindelijk zware klei. In het westen is bovenop de oorspronkelijke rivierondergrond een veencomplex ontstaan. Het aflopende maaiveldpeil bepaalt ook het hoofdpatroon van de ontwatering. De Giessen en de Alblas zijn veenstromen waarvan dehogere oevers de aanleiding vormden voor het ontstaan van bebouwingslinten. De overgang van de rivierklei naar het veen en de daaruit voortvloeiende verschillen in ruimtelijk beeld leiden tot de splitsing van de regio in de legenda-eenheden ‘waterrijk veenweide’ en ‘veenweide met rivier invloeden’.

De kamers

Het gebied is grotendeel planmatig ontgonnen. Vanuit de ontginningsbasis werd volgens een vaste maat naar achteren toe gewerkt. Het hele gebied kent een min of meer gelijke verkavelingswijze. Het zogenaamde cope-systeem bestaat uit langgerekte relatief smalle percelen. Door het dempen van sloten is de typische cope-maat, een kaveklbreedte van ongeveer 100 meter, veelal verdwenen.
Ter bescherming van de landerijen tegen het water uit de omgeving werden rondom elke ontginning lage kades aangelegd waardoor als het ware kamers ontstonden. De grenzen van de kamers zijn herkenbaar aan deze kades maar ook aan de wegen, beplantingen en linten die in de loop der jaren op de uiteenlopende kades zijn aangelegd. Door richtingveranderingen in de verkavelingen springt de grens tussen de kamers op verschillende plekken in het oog. Dit is het best zichtbaar in de Vijfheerenlanden. Om binnen zo’n kamer de afwatering goed te kunnen regelen zijn tussen- en achterweteringen gegraven.
Later zijn diverse elementen aan dit basispatroon van kamers toegevoegd zoals het ingenieuze watersysteem, de provinciale wegen en bij de ruilverkavelingen de boerderijlinten. In de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden is de kamerstructuur ruimtelijke dominanter dan de verkaveling. Dit komt omdat de streek minder waterrijk is en vooral smallere kavelsloten kent dan andere veenweidegebieden.

AV_Verhaal_kamers

Het ingenieuze watersysteem

Op een gegeven moment bleek de waterafvoer via de weteringen niet langer te voldoen. Er werd een systeem van boezems en vlieten aangelegd. Bij de aanleg van het watersysteem werd voor een deel gebruik gemaakt van bestaande riviertjes en veenstromen, voor een ander deel was een geheel nieuw stelsel van waterlopen nodig. Op deze manier ontstond een ingenieus, bovenlokaal stelsel met als hoogtepunt de Werelderfgoedsite Kinderdijk. Bij Kinderdijk ligt een vrij unieke dubbele boezem met twee kanalen naast elkaar. Naast Kinderdijk vinden we ook rond de Zouwe natte landen ofwel gronden die bij een overvloed aan water geïnundeerd kunnen worden. Langs het hele ingenieuze watersysteem zijn op de plekken waar het water overgepompt moest worden de voor Zuid-Holland kenmerkende molens gebouwd. Het ingenieuze watersysteem is vertaald in de legenda-eenheid ‘water als structuurdrager’. Kinderdijk en de molens zijn opgenomen bij de‘identiteitsdragers van Zuid-Holland’.

AV_Verhaal_boezemsysteem

De linten

In het verder vooral open gebied zijn de linten ruimtelijk dominant. Alle linten zijn organisch gegroeid, kennen een afwisselende bebouwing en variëren in dichtheid en daarmee ook in doorzichten naar het achterland.
Langs de grote rivieren aan de rand van de regio maar ook bij Linge, de Diefdijk en de Zouweboezem zijn dijken aangelegd en bebouwingslinten ontstaan. Bij de Beneden Merwede en Boven Merwede en langs de Noord zijn deze dijklinten inmiddels in de stedenband opgenomen.
In het landelijk gebied van de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden vinden we bebouwingslinten langs de veenstromen en op de stroomruggen. De linten in de Alblasserwaard zijn veelal compact en begrensd door het water. Daarbij zijn er zowel enkele linten, met de bebouwing aan een zijde van het water, als dubbele linten, waarbij de bebouwing aan beide zijden van het water staat. In sommige linten is de bebouwing op het water georiënteerd terwijl op andere locaties de bebouwing juist met de rug naar het water staat. Met name de veenlinten van de Alblas en Giessen zijn ruimtelijk dominant. Ze kennen een sterke oost-west oriëntatie.
In de Vijfheerenlanden zijn de linten over het algemeen grilliger van beloop, ruimer van maat en lommerrijker. De ‘rechte’ linten van Hei- en Boeicop en Leerdam-Zijderveld vormen hierop een uitzondering.

AV_Verhaal_dijklint

De stedenband tussen water, weg en spoor

De rivier heeft de basis gelegd voor het ontstaan van de stedenband. Langs de rivier zijn verschillende steden ontstaan en heeft zich op het water georiënteerde bedrijvigheid gevestigd. In de loop der jaren zijn de losse steden uitgegroeid tot een bijna aaneengesloten stedelijk gebied. Door de scheepswerven met bijbehorende industrie heeft het gebied een stoer en dynamisch karakter.
Aan de noordzijde vormen de weg, het spoor en de Betuwelijn een vrij harde en ruimtelijk ook scherpe grens, met name in het westelijke deel. Het contact vanuit de steden met het aangrenzende veenweidegebied is beperkt tot een aantal routes. De overgangen over de Betuwelijn zijn als het ware balkons waarop je het veenweidegebied kan overzien. Vanaf de snelweg A15 is de rivier alleen nog bij een centraal in de stedenband gelegen panorama over de Merwede ervaarbaar.
De laatste jaren is het binnen de stedenband woekeren geweest met de beschikbare ruimte. Hierdoor staan de groene tussenruimten onder druk. Mede om die reden zijn de stad-land relaties van groot belang.

AV_Verhaal_scheepswerven

Ontwikkelingen

De dynamiek in de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden staat onder invloed van mondiale trends in de samenleving. Binnen de context van de in Visie 2030 geformuleerde kernwaarden – bijzondere kwaliteit van cultuurlandschap en historische steden, grote sociale cohesie en innovatiekracht van het bedrijfsleven – en anticiperend op de trends, ambieert de regio een toekomst waarin ruimte geboden wordt aan nieuwe dynamiek. Dit is beschreven in het regioscenario “Open voor elkaar”.
De voor het Gebiedsprofiel belangrijkste uitgangspunten voor de ruimtelijke ontwikkelingen zijn:

  • Concentratie van de grotere voorzieningen, de grotere bedrijvigheid en het zwaartepunt van de woningbouw in de stedelijke zone;
  • In het middengebied het accent leggen op de agrarische sector, kleinschalige bedrijvigheid en recreatie en toerisme.

Op basis van de trends en Visie 2030 is ingeschat welke ruimtelijke effecten dit heeft voor het gebiedsprofiel.

  • Stedenband: In dit gebied is de grootste concentratie aan woningbouw voorzien. Deels betreft dit het afronden van bestaande plannen. In het licht van de afnemende groei zal in het overleg tussen de provincie en de regio de behoefte voor de toekomst en het daarmee samenhangende ruimtebeslag nader worden uitgewerkt. Naast deze nieuwbouwopgave draait het in de toekomst om de herstructurering en het verbeteren van de kwaliteit in het bestaande stedelijk gebied inclusief het versterken van de relaties tussen stad-land en stad-rivier;
  • Landbouw: De trends zijn verbreding en schaalvergroting. Beide trends kunnen leiden tot een behoefte aan grotere bouwkavels met meer bebouwing. Verder zullen er naar verwachting enkele nieuwe boerderijen verschijnen. Een grootschalige ruilverkaveling zal achterwege blijven waardoor de huidige ruimtelijke structuur nagenoeg stabiel is;
  • Linten: Hierin zijn zeker veranderingen te verwachten in de vorm van sloop en herbouw op bestaande kavels. Ook herbestemming van bestaande panden ligt voor de hand. Het gebied kent hiervan al verschillende voorbeelden. Doordat tussen bestaande bebouwing nieuwbouw gepleegd wordt, verdichten de linten bovendien;
  • Dorpsuitbreidingen en ‘losse bedrijventerreinen’: Aan de dorpsranden doen zich continu ontwikkelingen voor. Hierbij gaat het niet alleen om nieuwe opgaven. Met name bij bedrijvigheid gaat het om uitbreidingen, herbestemming of een herstructurering;
    In het kader van het Deltaprogramma worden momenteel scenario’s met kansrijke varianten gemaakt. Deze zijn nog niet concreet genoeg om er in dit gebiedsprofiel op in te kunnen spelen. De komende jaren zijn binnen het Hoogwaterbeschermingsprogramma dijk- en kadeversterkingen voorzien.

AV_Verhaal_agrarische_bouwkavel

Samenhangend ambitiebeeld: de drie gezichten

Onder invloed van het veen en de rivieren heeft de regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden drie gezichten gekregen: de Alblasserwaard in het westen, de Vijfheerenlanden in het oosten en de stedenband in het zuiden. De Alblasserwaard is een agrarisch landschap met als structuurdragers de linten, de lijnen van het watersysteem en de kamers met verkavelingsblokken. Het gebied kent een sterke oost-west oriëntatie. Onder invloed van de rivier hebben de Vijfheerenlanden een afwijkend karakter. Naast enkele grote kamers bij de Diefdijk en Hei- en Boeicop hebben de linten onder invloed van de ondergrond een grilliger verloop en zijn de kamers onregelmatiger van karakter. Door de grienden, boomgaarden, lommerrijke linten en erven kennen de Vijfherenlanden bovendien een veel rijkere beplanting. Voor beide gebieden geldt dat ze minder waterrijk zijn in vergelijking met andere veenweidegebieden in Zuid-Holland. De kavelsloten zijn relatief smal en daardoor ook veel minder dominant in het landschapsbeeld. Onder invloed van de rivier, het spoor en de weg is een min of meer aaneengesloten stedenband ontstaan. De werven en aanverwante industrie zorgen voor een stoer en dynamisch uiterlijk. Aan de noordzijde van de stedenband is door de snelweg A15 en de Betuwelijn een harde grens ontstaan die maar op een beperkt aantal plaatsen gepasseerd kan worden.

AV_Verhaal_samenhangend_ambitiebeeld

Ambities

De acht belangrijkste ambities waar het gebiedsprofiel zich op richt zijn:

  • Het veiligstellen van de oost-west oriëntatie van de open ruimte in de Alblasserwaard;
  • Het veiligstellen en waar mogelijk versterken van het lommerrijke karakter van de Vijfheerenlanden als contrast met de Alblasserwaard;
  • Het behoud van de kamerstructuur, door het herkenbaar houden van de middeleeuwse polderkaden en de linten;
  • Het herkenbaar houden en versterken van de differentiatie tussen en binnen de linten;
  • Het herkenbaar houden en versterken van het hoofdwatersysteem;
  • Het ontwikkelen van kwalitatief hoogwaardige dorpsranden bij het bouwen aan de dorpskernen;
  • Het bij de stedenband middels aantrekkelijke routes naar het landelijk gebied kwalitatief versterken van de stad-landrelaties;
  • Het behouden en versterken van het contact met de rivier in de stedenband, met name bij herstructureringen en dijkverbeteringen.